De term RGB is gebaseerd op de drietintenleer, volgens welke men bijna alle kleuren kan weergeven door het mengen van drie primaire kleuren (rood, groen en blauw). Wanneer deze drie kleuren worden opgeteld, ontstaat wit (additieve kleursynthese). Wanneer alleen twee van de primaire kleuren worden gemengd, ontstaan de bekende secundaire kleuren geel, magenta en cyaan.
Een RGB-LED produceert de drie primaire kleuren, en door het instellen van de afzonderlijke kleuren en verschillende intensiteiten kan vrijwel elke kleurnuance worden ingesteld. Met deze methode wordt echter geen puur wit licht geproduceerd, omdat het RGB-kleurenspectrum zich met duidelijke intensiteitsverdelingen van de drie primaire kleuren presenteert. De witte lichtindruk lijkt niet homogeen en is voor puur verlichtingsdoeleinden niet goed geschikt. Homogeen en in de kleurtemperatuur instelbaar wit licht ontstaat echter door fluorescerende kleurstoffen op blauwe of UV-LEDs, eventueel aangevuld met apart instelbare rode LEDs, die de kleuromvang beter richting warm wit instelbaar maken.
Deshalb wird bei RGBW LEDs den RGB-Pixeln einer LED entweder einen zusätzlichen weißer Pixel beigestellt oder es werden zusätzliche weiße LEDs zur RGB-LED platziert. Diese weiße LED ist getrennt steuerbar, sodass sowohl ein Dimmen als auch oft eine Einstellung der Farbtemperatur für das Weißlicht möglich ist.
Zum Einsatz kommen RGBW LEDs zum Beispiel im Maschinenbau. Durch die weißen LEDs lässt sich der Arbeitsbereich der Maschine ausleuchten. Die RGB LEDs können durch unterschiedliche Farben den Status einer Maschine anzeigen (z.B. Rot = Stillstand oder Grün = Störungsfreier Betrieb).